Contract tuin
















Kijken naar gevangenen, niet kieken!

Zoals gemeld zijn we gestart met de voorbereidingen van een kippenproject en het inrichten van een grote productietuin. Het Lejofonds verschaft een lening voor o.a de aanschaf van het tuingereedschap. Deze tuin zal o.a. voer voor de kippen en geiten opleveren. Dit alles past in het plaatje van onze counterpart die wil uitgroeien tot een Demonstration Farm, een kenniscentrum voor de regio.

Een tractor heeft het land inmiddels geploegd. Meer machines komen er niet aan te pas.
Voor het verder egaliseren van het terrein worden gevangenen ingezet. Daar zijn we ’s morgens als de kippen bij. Dat willen we vastleggen . Maar bij de eerste foto wordt ons duidelijk te verstaan gegeven dat fotograferen verboden is.

We tellen 23 gevangenen in gele pakken.. Ze hebben allemaal een “hoe”, een schep waarvan het blad in een stand van 90 graden staat. Daarmee hakken ze op de “onkruidachtige” grond in. Het is zwaar werk, mede omdat het werk in de brandende zon gedaan wordt. Twee gevangenen hebben een aparte rol. Ze hebben beiden een tak in de handen. Als een gevangene iets niet doet wat naar hun zin is, slaan ze er op los. Twee vrouwen in uniform kijken toe. Tenslotte is er nog een bewaker met vervaarlijk uitziende mitrailleur. Vluchten betekent doodgeschoten worden.

De lessen van de Good Samaritanschool zijn opgeschort. Kinderen en team kijken nieuwsgierig toe. Voor de kinderen is het duidelijk: Prisoner? Nooit niet! Er wordt in straf tempo gewerkt. Onze aanwezigheid heeft toch zin. De mannen met stokken houden zich in nu ze in de gaten hebben dat wij toekijken.. Er wordt niet echt meer geslagen. Wat toe doen als je een plasje moet plegen? Het is heel simpel even op de knieën gaan zitten , broek opzij en laat maar lopen.

We krijgen te horen dat, als we foto’s willen maken, we naar de gevangenis zullen moeten gaan om een toestemmingsbrief op te halen. Daar komen we ’s middags in de buurt als we in Kampala een bedrijf bezoeken dat broedmachines maakt. Dus gaan we even aan. Nou even. Men geeft eerst niet thuis. Maar uiteindelijk gaat de poort open.
We worden naar de “chef” gebracht, een vervaarlijk uitziende vrouw met bloeddoorlopen ogen. We krijgen geen schijn van kans. Fred, onze counterpart krijgt nog even de wind van voren dat hij dit niet vooraf gevraagd had. Het resultaat zou hetzelfde geweest zijn: Nee.

Op de terugweg kopen we een paar pakjes sigaretten voor de gevangenen. Als we ’s middags terug komen zijn de gevangenen nog steeds aan het werk. Het tempo is duidelijk gezakt. De sfeer is wat losser. We krijgen zelfs toestemming de gevangenen onder het werk te trakteren op een sigaret.

Een van de gevangenen speelt voor kok. Hij is bezig met de bereiding van een maïsbrouwsel met bruine bonen voor de lunch. Het loopt tegen drie uur!. Om half vier wordt al het eten in open jerrycans gedaan. De gevangenen krijgen het sein van vertrek. Het eten krijgen ze in de gevangenis.

En morgen komen ze weer. Niet omdat ze de smaak te pakken hebben, ze zijn ingehuurd voor anderhalve euro per dag.

De foto’s bij dit verhaal? Welke foto’s?



Geef een reaktie