1. Tot onze eigen verbazing gist het en borrelt het in onze koppies na een dagje Bishop Westschool. Dat proces gaat over tot broeden hoewel er nog geen ei gelegd is. Maar we voelen dat er een ei op komst is. Gewoon tijd geven
2. Het is voor ons weer even wennen om elke morgen op tijd op te staan om naar school te gaan.. Om half negen begint de school. Het is een half uurtje wandelen ernaar toe. Vandaag volgen we lessen in P5.
Achterin het overvolle lokaal is plaats voor ons ingeruimd. Het is donker in het lokaal. Aan de ene zijde zitten twee kleine vensters met luiken waarvan er twee dicht zijn. Aan de andere kant is een klein venster en een deur. De deur blijft altijd open.
De leerlingen zitten rustig op hun plaats, met zijn vieren of vijven op een houten bank. De leerkracht heeft weinig haast te beginnen. Het is kwart voor negen geweest als hij aanstalten maakt. Maar dan volgt een schijnbeweging. Hij gaat op Leo af en nodigt hem uit les te geven.
Die stapt naar voren en vertelt hoe wij ertoe gekomen zijn om naar Oeganda te gaan en wat we er komen doen. Daarna geeft hij het stokje weer over aan de leerkracht. Vandaag willen we lessen zien, niet lesgeven.
Tot negen uur druppelen er nog steeds leerlingen binnen die tot onze verbazing steeds weer een plekje weten te vinden. De leerkracht reageert totaal niet op de laatkomers. Uiteindelijk tellen wij 72 (!) leerlingen.
De leerkracht vertelt. Laat kinderen herhalen wat hij verteld heeft. Neemt alle tijd om een samenvatting op het bord te zetten. Staat dan een tijdje met zijn rug naar de klas. Dat zou in Nederland een waagstuk zijn, maar hier blijven de leerlingen rustig zitten en wachten af. De tekst van het bordschema wordt nog eens doorgenomen met de kinderen. Sommige gedeelten moeten hardop worden opgedreund.
Wanneer het bordschema compleet is, komen schriften tevoorschijn en moeten de kinderen het schema in hun schrift overnemen. Het is dan half tien. Het lijkt of de les daarmee voor de leerkracht afgelopen is. Hij gaat in een hoek zitten en bemoeit zich totaal niet met de klas.
Om kwart voor tien komt de leerkracht weer in actie. De presentielijst moet worden ingevuld en dat betekent hardop namen noemen en wachten op een reactie. Dit alles neemt een kwartier in beslag.
Het is tien uur. De vakleerkracht Engels die al geruime tijd in het lokaal verblijft mag nu met de Engelse les beginnen. Op het rooster staat half tien als aanvangstijd aangegeven. Het wordt een rumoerig halfuurtje tot de pauze. Het is warm geworden in het lokaal. De energie bij de leerlingen is op. Hun gedrag gaat nu steeds meer op Hollandse kinderen lijken.
3. We praten met veel mensen, en we zien veel. Thuis zetten we alles op een rijtje. Dat heeft tot gevolg dat er een ei gelegd wordt. Een prachtig ei. Vanaf nu heeft het verkrijgen van informatie als doel het ei te laten breken of uit te broeden.
4. Op een middag wonen we een ‘handicraftles’ voor alle dove kinderen van het speciaal onderwijs bij. Het is voor het eerst een buitenles, heerlijk onder de schaduw van een grote boom.
Ruim veertig kinderen nemen uiteindelijk plaats. Uiteindelijk, want intussen weten we dat het klinken van een schoolbel niet betekent dat onmiddellijk alle kinderen binnenstromen. Dat gaat druppelsgewijs en vraagt dus tijd.
Bij de veertig kinderen zitten 4 leerkrachten en een dove assistent-leerkracht. Vandaag gaan kinderen hun naam op een lapje stof borduren. Een van de leerkrachten begint stof in stukjes te knippen. Kinderen, andere leerkrachten en wij kijken toe. Met zijn allen kijken we een half uur hoe de leerkracht stukjes stof knipt. Met aandacht! Een ongelooflijke prestatie!
De leerkracht deelt vervolgens de lapjes stof uit. Ook wordt naald en garen uitgedeeld. De jongste meisjes worden overgeslagen. Zij zijn te jong en worden door de leerkrachten niet in staat geacht aan de opdracht te voldoen. Toekijken dus.
Zo ook een twintigtal jongens. Naar hen wordt door geen enkele leerkracht omgekeken, geen moment. En dus zoeken zij na een half uur hun eigen vertier, stoeien, plagen, treiteren. Het kan allemaal. We voelen ons steeds ongemakkelijker. Na een uurtje houden we het voor gezien.
Die middag komt de inspecteur van speciaal onderwijs bij ons thuis op bezoek.
Een mooie reden om op te stappen onder het voorwendsel dat we dit bezoek moeten voorbereiden. De schooltijd duurt nog een uur. Time is not important.
Denken deze kids daar ook zo over?
5. Spijbelen? Onze Hongaarse vriend Peter vertrekt binnenkort en geeft daarom een ‘big party’ in Kikwayi. Reden om de Bishop Westschool de school te laten en terug te gaan naar Kikwayi. Daar hebben we een fantastisch feest op een wonderschone locatie.
Peter heeft verschillende kleinschalige projecten gedaan.
Deze projecten bevorderen het uitbroeden van ons ei.
Daar willen we dus alles van weten. Peter op zijn beurt is zeer geïnteresseerd in ons ei. En dat betekent dat we met zijn allen de volgende dag de Bishop Westschool bezoeken om te zien waar ons kuiken het beste uit het ei kan komen. Het wordt een gebakken eitje.
6. We krijgen twee keer bezoek van mr. Livingstone, directeur van de organisatie ‘Pat the Child’. Deze organisatie heeft in eerste instantie een weeshuis opgericht maar houdt zich nu ook bezig met allerlei projecten die wezen en armen een betere toekomst moeten geven. Interessante gesprekken volgen. Het zijn gesprekken die ons ei oppoetsen. Er zit nog steeds geen barst in.
7. Het bezoek van de inspecteur is voor ons een testcase. Is het ei rot of komt er een levensvatbaar kuiken uit. Dat laatste blijkt nog altijd tot de mogelijkheden te behoren. Maar de inspecteur heeft zelf ook een ei. Ze wil ons graag meenemen naar een blindenschool wat verder weg. Dat gaat op 25 februari gebeuren.
8. Herma wil graag iets meer weten van het creatieve programma in de jongste groepen van de school. Zij benadert hiervoor de adjunct-directrice. Die is enige tijd weg. Vervolgens komt ze weer terug en vertelt dat er een tekenles op punt van beginnen staat in groep 2. Daar moet Herma volgens haar bij zijn. Op naar groep 2.
Bij binnenkomst vindt er een overval plaats. Herma moet lesgeven. Er zitten ruim vijftig kinderen in de klas. Herma heeft de beschikking over 12 kwastjes, 12 wascostiften en wat papier. Herma vraagt meer materiaal en de groepsleerkracht gaat op zoek. Dat duurt en duurt. Geduld is een schone zaak. En dat weten ze hier. Als het tot lesgeven komt roept dit enthousiasme bij de leerlingen. Zij luiden Herma uit met handgeklap.
Ook deze ervaring kunnen we gebruiken bij ons ei wat niet verwerkt mag worden tot een scrambled egg.
9. Weekend. We kunnen verder broeden. Maandag hebben we een gesprek met de headmaster. Het ei is dan gelegd en we willen van hem graag horen of het een koekoeksjong is of een veelbelovend schepsel
Daarover volgende keer meer.
Geef een reaktie