Voor Oegandagangers uit Maria Hoop is het vliegveld Düsseldorf aangelegd. Via een rustige autobaan sta je binnen een uur in de vertrekhal. Bij het inchecken krijgen we alle medewerking om onze lange benen niet in de knoop te hoeven leggen in de vliegtuigstoel. We komen midden in de nacht aan in Entebbe. We worden opgehaald dus hoeven we ons geen zorgen te maken hoe we bij ons overnachtingsadres in Kampala komen, ruim dertig km verderop.
Toch wel schrikken als we nergens iemand ontdekken met een bordje met onze naam. Hoe organiseer je een reisje naar Kampala in het holst van de nacht? Geld lijkt een eerste vereiste. Maar alle ATM-apparaten op het vliegveld slapen en geven dus niet thuis.Gelukkig is daar een bereidwillige jongen die de gesloten bank nog wel even voor ons wil openen zodat we over het nodige Oegandees geld kunnen beschikken.
Tienduizenden shillingen vliegen ons om de oren. Het is geen situatie om het pak bankbiljetten na te tellen. Pas later ontdekken we dan ook dat de wisselingsmarge wel heel erg ruim genomen is. Leo besluit voor de zekerheid nog maar eens de hele ruimte af te lopen. En het wonder geschiedde. Daar staat nu bij de uitgang wel iemand met het bord “Leo Annyas from Holland”. De chauffeur wordt enthousiast begroet.
Op naar Kampala. De eerste indrukken van Oeganda, voor zover mogelijk in het donker, doet ons denken an een mix van Indonesië, Sri Lanka en Bangladesh. In Kampala staat ons een klein bed met een grote klamboe te wachten. Een paar uurtjes slapen. Het zijn de vreemde omgevingsgeluiden die het tot daartoe beperkt houden. ’s Middags wacht ons een “wegwijstocht” door Kampala met gids en chauffeur.
We rijden door de sloppenwijken. Verwende Nederlandse kindertjes moeten hier even een kijkje gaan nemen, zijn ze weer voor maanden genezen. We bezoeken een lokaal project waar men zich o.a. inzet kinderen aan het lezen te krijgen. Als men hoort van onze opdracht weet men meteen een voor ons belangrijke naam te noemen. Ene Astrid, zij is bezig met het samenstellen van een boek over het werken met gehandicapte kinderen in Oeganda.
Terug in het guesthouse maken we even kennis met Sander, beheerder van het guesthouse. We waren net begonnen aan een wandeling van een kwartier naar een hostel waar dochter Stephanie morgen voor een paar dagen bivakkeert. Het hostel ligt prachtig. Dit wordt voor ons waarschijnlijk verkassen. Teruglopen in het donker is met de Oegandese wegen en verkeer een zaak van oppassen geblazen.
We hebben ons net genesteld op de veranda of we krijgen bezoek van Sara, de Oegandese vrouw van Sander. Zij heeft tien jaar in Nederland gewoond en spreekt erg goed Nederlands. Er ontstaat een geanimeerd gesprek. De naam Astrid valt. En dan blijkt de bewuste Astrid onze buurvouw in het guesthouse te zijn. Zij schuift later bij het gesprek aan. Het wordt al gauw duideljk. We moeten kontakt houden, want we kunnen vast wat voor elkaar betekenen. Dat geldt ook voor Sara. Naast het beheren van een guesthouse is zij een eigen basisschool begonnen,geschoeid op zowel Oegandese als Nederlandse leest. Interessante zaken allemaal. Veel te snel lopen we tegen de overgang naar de volgende dag aan.
Een compleet overzicht van foto’s is hier of hier te vinden.
Geef een reaktie