We zijn druk bezig met verschillende zaken:
1. Het opstarten van een geitenproject i.s.m. de Good Samaritan Integrated Primary School;
2. Ervoor zorgen dat 2 dove kinderen die thuiszitten, omdat ouders of familie het schoolgeld niet kunnen betalen, weer naar school gaan;
3. Een helpende hand bieden aan het Besanyan Childrens Home;
4. Spel- en speelmateriaal en handvaardigheid verzorgen voor de dove kinderen op het internaat van de Bishop Westschool.
Alle activiteiten vragen heel wat geregel en georganiseer. En dat gaat minder effectief dan je zou willen. Afspraken die niet nagekomen worden, we kijken er niet meer van op. Een afspraak maken om 1 uur en om half vijf komen, dat gebeurt gewoon. Daar kun je je druk over maken, daar heb je alleen jezelf mee. Je kunt het dus beter druk hebben.
In deze aflevering van de weblog geven we een verslag van de laatste gebeurtenissen betreffende bovengenoemde onderwerpen. Vooral bij het geitenproject gaan de gebeurtenissen snel.
1. Vooruit met de geit
We bezoeken we met directeur Fred en een onderwijzer van de GS een aantal families uit de verschillende county’s van het project. Zij zijn geselecteerd door de ‘leaders’ van de county’s en komen onder voorwaarden in aanmerking voor een geit uit het project.
Allereerst bezoeken we Judith, het dove meisje dat naar de dovenschool in Kampala gaat. Judith is wees, haar tante en voogd heeft haar opgenomen in haar gezin met zeven kinderen. Bij aankomst is men bezig met tantelief met iets wat lijkt op wassen en watergolven, een karweitje dat blijkbaar van dusdanig belang is dat het niet kan worden onderbroken voor ons.
Dat bemoeilijkt het gesprek. Als tante eens flink wordt ingezeept lijkt zij tijdelijk oostindisch doof. Gelukkig neemt een familielid het gesprek over en kunnen we overleggen wat de familie Judith aan spulletjes meegeeft en wat niet. Bij het eerste bezoek heeft tante aangegeven graag varkens te willen om wat inkomsten te vergaren. Nu ze op de lijst staat van het geitenproject moeten we het varken nog even ompraten tot een geit. En dat blijkt voor Fred met zijn vele talenten een betrekkelijk koud kunstje.
Met de Landrover gaan we nu ver de binnenlanden in, een groter plezier kan men ons niet doen. Dat er voor een Landrover gekozen is, wordt al gauw duidelijk. Regen heeft diepe sporen getrokken in de stoffige, onverharde weg. Je kunt er haast in zwemmen. Wat ook blijkt is dat het gebied van de drie county’s waarin het project zich afspeelt erg groot en uitgestrekt is. We zijn op weg naar een van de ‘leaders’ van een county. En dat blijkt de directeur van een basisschool te zijn. Dat is slim bekeken. Zij kennen als geen ander de plaatselijke gemeenschap en kunnen dus uitstekend bepalen welke gezinnen in aanmerking kunnen komen voor een geit uit het project.
De school ligt diep verscholen in de binnenlanden maar ligt op zich op een schitterende plek. Na een kort welkom door de directeur op zijn kantoor (hok) bezoekt hij met ons de klassen. Schitterend!. Bomvolle klassen. Wat dat betreft wordt niet ondergedaan voor de Bishop Westschool. Maar een sfeertje! Geweldig. En stralende kinderen. Buiten zijn verschillende groepen kinderen bezig met ‘handicrafts’, vlechten en kleien. Met een enthousiasme en een trots. Glunderende oogjes.
In de verte onder de schaduw van een boom, zijn ouders bezig met ‘handicraft’. Er worden o.a. prachtige manden gemaakt. Ook hier worden de werkstukken verkocht ten bate van de school. Helaas is de vraag naar deze producten niet erg groot. Suggesties van onze kant zijn zeer welkom. Ondertussen blijken alle kinderen (280) zich verzameld te hebben in een soort gemeenschapsruimte. Daar worden we ten overstaan van de kinderen nog eens officieel welkom geheten. Dit gaat gepaard met enthousiast handgeklap van de kinderen.
Daarna mag Leo een woordje doen in het Engels. De meegekomen onderwijzer vertaalt alles in de streektaal. We begrijpen dat wat we zien niet allemaal aan het toeval is overgelaten. Men is op onze komst voorbereid en heeft zijn beste beentje voorgezet. Dat laat onverlet dat we de saamhorigheid voelen, de warmte, de betrokkenheid van de ouders bij de school. Hier wordt met hart en ziel gewerkt aan de ontwikkeling van de school. We zien ook nog stapels ongebakken stenen, klei door ouders in vormen gedaan, klaar om straks gebakken te worden, om er uiteindelijk klaslokalen van te bouwen, als er geld voor cement is.
Hierna wandelen we met de directeur en de ‘handicraftsvrouwen’ door het dorp. Daarbij is het “Hé muzungi” niet van de lucht. Het lijkt erop dat “Hé muzungi” hier de eerste woordjes zijn die de kinderen leren zeggen. We bezoeken drie families die op de lijst staan om een geit te krijgen. Als je de woonomstandigheden ziet en achtergronden hoort dan is er geen twijfel dat deze mensen in aanmerking komen voor een geit uit het project.
We vervolgen onze weg. Het volgende doel blijkt het bezoeken van de tweede ‘leader.’ En dit is weer een directeur van een school. En dus betekent dat tot ons genoegen ook weer een schoolbezoek. De ingrediënten van het bezoek zijn hetzelfde. Ontvangst door de directeur in zijn eigen ruimte (om het woord hok te vermijden). Vervolgens bezoek aan de klassen. Geweldig.
Tot slot komen we niet met de hele school bij elkaar maar alleen met de hoogste groepen. Na een welkomstwoordje van de directeur en een antwoord daarop van Leo komt Fred aan het woord. Hij houdt een indrukwekkend betoog over het belang van naar schoolgaan en onderstreept dit met een voorbeeld van een oud-leerling die via het onderwijs op zijn school en het vervolgonderwijs uiteindelijk een succesvol arts geworden is, die ook veel betekend heeft voor mensen in Italië en Amerika, maar zijn eigen ‘roots’ niet vergeten is en gezorgd heeft voor een waterbron voor de school.
De klas hangt aan zijn lippen en ook wij zijn geraakt. Vervolgens komt de onderwijzer, een jonge vent, die wij meermalen magistraal hebben zien lesgeven, aan het woord. Hij benadrukt nog eens op geheel eigen wijze de woorden van Fred en geeft aan dat Fred ook voor hem een inspiratiebron is. Kippenvel!!
Met de directeur gaan we aan de wandel op weg naar een paar geselecteerde gezinnen. Bij het eerste huis aangekomen is moeder, weduwe, niet thuis. Vijf jonge kinderen zijn alleen thuis.
Duidelijke zaak. Het is even klauteren om de volgende familie te bereiken. Ze wonen op een heuvel (wat betekent dat wel niet voor het water sjouwen?). Hier woont een moeder met vijf jonge kinderen, armzalig gekleed. vader is twee maanden geleden overleden. Schoolgaan is een probleem vanwege de kosten.
Onze laatste familie, geselecteerd door deze directeur, woont wat verder weg en dus even een ritje met de Landrover. Bij het huis aangekomen zien we drie jonge kinderen wat aarzelend naar buiten komen. Verder geen spoor van leven. Na wat heen en weer gepraat verschijnt opeens een oud, tanig vrouwtje, in gescheurde kleren. Oma! Oma voedt de kinderen op, want zoon en schoondochter zijn overleden aan aids. Heftig!
Rest ons nog een bezoek te brengen aan onze dove jongen Batu die door ons toedoen onderwijs kan volgen op de dovenschool van de Bishop Westschool.
Bij aankomst blijkt moeder te slapen, moeilijk bij haar positieven te krijgen door o.a. migraine. Vader komt gelukkig uiteindelijk en dat maakt het overleggen een stuk gemakkelijker. Ook hier werken we een lijst af welke spullen ouders kunnen regelen voor het internaatschap en wat wij voor onze rekening nemen. Als alles meezit gaat Batu volgende week naar school.
Terug naar Mukono. Einde van een lange dag. Indrukwekkend, schitterend, soms heftig en emotioneel, maar vooral ook zicht gevend op bevlogen mensen, mensen met een ideaal, gericht op de ander, de naaste, de zwakkere. Deze dag staat op ons netvlies gebrand.
Het geitenproject, ons geitenproject, het mag er zijn, het moet er zijn, het verdient support.
Inmiddels is men gisteren al begonnen met het bouwen van de stallen op het terrein van de GS. Morgen zullen we weer een kijkje nemen om te zien hoe ver men gevorderd is. Zaterdag gaan we naar Luwero om drachtige geiten en een bok te kopen.
Zoon Christian, grafisch designer, komt verrassend met een schitterend logo op de proppen.
.
2. Judith en Batu
Wat we bij ons besluit om de kinderen naar school te sturen niet wisten, maar nu wel, is dat beide kinderen in een county wonen waar het geitenproject gaat lopen. Ook voldoen beide kinderen aan de criteria die het project stelt om onder voorwaarden een geit te krijgen. Beide families zijn op een lijst geplaatst om te bezoeken. Dat bezoek hebben we onder 1 al beschreven.
Een paar dagen daarvoor hebben we voor Judith een bezoek aan een school voor doven in Kampala.
Judith heeft P1 t/m P4 al gedaan op de Bishop Westschool en moet voor P5 naar Kampala. Samen met vertegenwoordigster Ruth van het Lilianefonds zullen we een kijkje nemen op de school in Kampala en informeren welke paperassen ingevuld moeten worden. Vertrek ‘s morgens om 9 uur vanaf school. Geen Ruth te bekennen en een uur later nog niet. Bellen. Geen gehoor. We besluiten het klusje zelf te klaren.
Op de Mulagoschool voor de doven in Kampala worden we hartelijk ontvangen door een non die ons de school en het internaat laat zien. De schoollokalen zijn weer erg donker. In een grote ruimte zitten vier klassen. De ruimte is afgescheiden met gordijnen. Moet kunnen, de doven horen elkaar toch niet. Het internaat is zoals alle internaten die we gezien hebben weer erg deprimerend.
Van de school krijgen we een hele lijst met daarop spullen die een leerling wordt geacht mee te nemen als ze naar het internaat. Op de lijst staat ook een doosje scheermesjes. Desgevraagd is dit bedoeld om de nagels te ‘knippen’. Er wordt ook een medische attest van het ziekenhuis in Kampala verlangd. Er valt dus nog wel wat te organiseren.
Het jongetje Batu gaat naar de Bishop Westschool. Ook hier heeft men een waslijst met spulletjes die meegegeven moeten worden met het kind.
.
3. Engelen in het Besanyan Childrens Home
Onze directeur- pastor zonder salaris heet Christoph. Twee dagen na het avontuur met de auto’s “With God all are possible” en “ Jesus cares” komt hij ’s avonds bij ons op de koffie in de letterlijke en niet de figuurlijke betekenis. We kunnen niet al zijn problemen oplossen.
Maar we zorgen wel voor een paar lichtpuntjes:
- Het Lejofonds heeft besloten de kosten voor het ploegen van het land op zich te nemen zodat er nog geplant kan worden voor het regenseizoen.
- De 5 á 6 ‘local’ geiten van het tehuis kunnen naar de Zuid-Afrikaanse bok van het geitenproject. Daar komen zwaardere, betere en dus kostbaarder jonkies van. Elke geit zorgt in 2 jaar voor minimaal drie nakomelingen.
- Het tehuis ligt in één van de drie county’s waar het geitenproject van start gaat. Bovendien vangt het tehuis wezen op en voldoet daarmee aan gestelde criteria van het geitenproject. Dit houdt in dat het tehuis in aanmerking komt voor een melkgeit. De eerste worp gaat naar een volgende familie maar dan is de geit eigendom van het tehuis. Een melkgeit levert drie liter melk per dag op.
- De Good Samaritan Integrated Primary School is bereid tot een ‘partnership’ met het Besanyan Childrens Home.
- Wanneer de directeur voor goede taakomschrijvingen zorgt, zullen wij bij terugkeer in Nederland op zoek gaan naar goede vrijwilligers.
Christoph is zichtbaar opgetogen. We worden benoemd tot zijn ‘angels’. Waarna deze ‘angels’ nog de bede “God bless you” krijgen toegevoegd.
4. Een ballon, een ballon, een ballonnetje
Afgelopen zondag op de afgesproken tijd naar de Bishop Westschool naar de doven om de hoofden van papier maché af te maken en spelletjes te doen. Matron Margaret, moeder van drie kinderen, verantwoordelijk voor het toezicht op de dove kinderen zou voor kranten zorgen. Maar geen Margaret te bekennen, laat staan een krant. Een paar uur later teruggekomen ligt Margaret languit in het gras. Ze heeft bezoek, neergevlijd in het gras onder de schaduw van een boom. Kranten is Margaret vergeten. Tijd voor ons en de kinderen is er niet, het bezoek gaat voor. De enthousiaste koppies van de kinderen geven de doorslag, niet gillend wegrennen, maar op zoek gaan naar de sleutel om de deur te openen van de ruimte waar de werkstukken liggen.
Ja, en dan blijkt dat ballonnen die een weekje in de warme hebben gelegen wel wat lucht laten ontsnappen, ja en als dan op bepaalde plekken niet genoeg kranten zitten wil daar de boel wel wat in elkaar zakken, ja en met behangerslijm natgemaakt w.c. papier blijkt geen oplossing te zijn, integendeel de boel zakt nog verder in.
Maandagmiddag hebben we een paar uurtjes over. Herma wil graag terug naar de Bishop Westschool om daar enkele ingezakte hoofden van papier maché op te lappen. De kinderen hebben zo enthousiast gewerkt en zij kunnen er niets aan doen dat er geen kranten waren.
Kwart over 1 melden we ons bij matron Margaret en vragen de sleutel. De sleutel is zoek en blijft zoek. Kwart over drie vertrekken we als een leeggelopen ballon.
En over ballonnen gesproken. We hebben nog een proefballonnetje voor de directeur: de plaats van de schommels. Wij willen die voor het doveninternaat. De directeur heeft overleg gehad met het hoofd van de afdeling dove kinderen. Die wil de schommels voor haar klaslokaal. Mooi niet. We nemen de directeur mee naar de door ons bedoelde plek. De directeur blijkt bezwaar houden. Hij verwacht volgend jaar na het eeuwfeest van de school het gebouw af te kunnen bouwen waar nu alleen de fundamenten van zichtbaar zijn. En dan moeten er vrachtwagens langs onze plek kunnen. We zijn bereid de schommels wat op te schuiven en dan is de directeur om. Daarbij laten we het. Het verdere organiseren doen we buiten hem om. We hebben contact met het hoofd van een kleuterschool wat verder op. Zij heeft al eerder aangegeven met ons te willen samenwerken om de schommels te realiseren.
Geef een reaktie